
Spreekwoorden: (1914)
Geen veer van den mond kunnen blazen,d.w.z. zeer zwak zijn, uitgeput zijn, geen kracht meer bezitten om ook maar een veer van den mond te blazen; ook in fig. zin. Eene uitdr. die volgens Dr. A. Beets, Noord en Zuid XXI, 478 kan ontleend zijn aan de rechtspraktijk uit den tijd, dat men in sommige str...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Geen veer van den mond kunnen blazen,d.w.z. zeer zwak zijn, uitgeput zijn, geen kracht meer bezitten om ook maar een veer van den mond te blazen; ook in fig. zin. Eene uitdr. die volgens Dr. A. Beets, Noord en Zuid XXI, 478 kan ontleend zijn aan de rechtspraktijk uit den tijd, dat men in sommige str...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.